Met een zeer ruimte meerderheid hebben gemeenten en samenwerkende gemeentelijke organisaties zich achter nieuwe cao-afspraken geschaard.
De Cao Gemeenten en de Cao SGO zijn hiermee definitief. Afgelopen maand stemden de bonden namelijk al in met het eerder bereikte onderhandelingsakkoord. Voor de periode van 1 april 2025 tot en met 31 maart 2027 zijn er nu nieuwe cao-afspraken voor in totaal zo’n 222.000 mensen.
De nieuwe afspraken omvatten een structurele loonstijging van in totaal 6,7 procent plus 35 euro nominaal. Dit betekent loonstijgingen van ongeveer 7 procent tot 8,5 procent in de lagere loonschalen. Verder is er een minimumuurloon afgesproken van 16 euro per 1 januari 2026 en verbeteringen van de toelagen.
Werkgevers en werknemers spreken verder af diverse onderzoeken uit te voeren om de cao actueel te houden. Ook komt er een onderzoek naar een Regeling Vervroegd Uittreden (RVU) voor zware beroepen.
De akkoorden voor de cao’s zijn bereikt in een financiële moeilijke periode voor gemeenten, omdat zij in 2026 door een korting op het Gemeentefonds naar verwachting te weinig financiële middelen hebben om hun steeds verder uitdijende takenpakket te kunnen blijven uitvoeren. De onderhandelingen verliepen dan ook moeizaam.
De inzet van respectievelijk de vakbonden en de werkgevers leken op voorhand al behoorlijk uit elkaar te lopen. In december vorig jaar dreigden de partijen tijdens een tweede onderhandelingsronde zelfs in een impasse te komen. Maar tot het voorjaar van 2027 is er nu dus toch duidelijkheid gekomen voor beide partijen.
De volledige tekst van de nieuwe cao-afspraken is naar verwachting begin juli gereed. Over een aantal afspraken die al van belang zijn voor 2025, informeert VNG gemeenten echter vanaf deze week al per brief.