RvS-uitspraak biedt Vinylrecycling 'nieuwe mogelijkheden'

Op 4 december oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat Vinylrecycling in 2022 onvoldoende informatie heeft overlegd over de export van vijf containers met pvc naar India, Algerije en Guatemala om te kunnen beoordelen of de einde-afvalstatus was bereikt voor het verstuurde materiaal. Op grond van de Europese regels voor de overbrenging van afvalstoffen (Evoa) merkte de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) de exporten dan ook terecht aan als illegale overbrenging.

Geen fijne uitspraak voor het recyclingbedrijf uit Lelystad, zou je zeggen. Maar in een persbericht benadrukt de leiding van het sinds vorige maand failliete bedrijf dat de uitspraak toch zeker ook perspectief biedt. Voor de recyclingmarkt, maar ook voor een doorstart van het bedrijf.

Op cruciaal punt gelijk

Op de zitting bij de Raad van State had Vinylrecycling afgelopen zomer aangegeven dat de ILT ten onrechte stelt dat het recyclingbedrijf als exporteur op basis van de Evoa verplicht is om aan te tonen dat een ontvangend land de stoffen niet als afval kwalificeert. De Afdeling bestuursrechtspraak geeft het bedrijf hierin gelijk. De Europese verordening kent namelijk geen bepaling waaruit een dergelijke verplichting volgt.

De ILT vroeg Vinylrecycling dus om meer informatie dan de wet voorschrijft. De leiding van Vinylrecycling vindt dat de inspectiedienst het bedrijf hiermee in feite omduwde, omdat export onmogelijk werd gemaakt.

Doorstart

Nu er toch weer perspectief is op export (mits er natuurlijk voldoende informatie wordt aangeleverd bij pvc-exporten), hoopt de bedrijfsleiding meer partijen te kunnen enthousiasmeren voor plannen voor een doorstart. Bij de curator zouden zich al enkele partijen hebben gemeld, maar de deur staat nog open voor andere geïnteresseerden in investeringen, strategische partnerships of andere vormen van samenwerking, klinkt het uit Lelystad.