Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 18 juni 2025

Milieuministers zwakken recyclaatverplichting in auto's af

Tijdens de Milieuraad hebben EU-milieuministers de verplichte toepassing van plastic recyclaat in de Circulaire Voertuigenverordening afgezwakt. Afval- en milieuorganisaties zijn daar - eufemistisch gesteld - niet blij mee.

Wat milieuministers betreft hoeven nieuwe auto's voorlopig nog niet over minimaal 25 procent plasticrecyclaat te beschikken.

Voor de verplichte toepassing van gerecycled plastic in auto’s, kwamen de milieuministers gisteren (17 juni) tijdens de Milieuraad een zogeheten driefasen-aanpak overeen. Deze aanpak moet “substantiële, maar realistische voordelen voor circulariteit garanderen”. Zes jaar na de inwerkingtreding van de EU-verordening Circulaire voertuigen moet in nieuwe auto’s voor 15 procent gerecycled plastic worden toegepast, na acht jaar ligt dit percentage op 20 procent en na tien jaar op 25 procent. Daarbij komt er ruimte om tijdelijk van deze percentages af te wijken, bij een tekort aan plastic recyclaat of buitensporig hoge prijzen voor gerecycled plastic.

Aanvankelijk was het voorstel van de Europese Commissie dat in nieuwe voertuigen na drie jaar voor 25 procent gerecycled plastic moet zitten. Gisteren bevestigde demissionair minister Sophie Hermans van Infrastructuur en Waterstaat nog dat Nederland tijdens de Milieuraad dat doel voor plastic recyclaat zou ondersteunen. Toen was echter ook duidelijk dat er lidstaten zijn die voor een lager percentage willen gaan.

De milieuministers zijn verder overeengekomen dat producenten van zware vrachtwagens, twee- en driewielers en quads, net als bij auto’s en bestelwagens, een circulariteitsstrategie moeten opstellen en verschillende onderdelen moeten labelen om de reparatie en de vervanging van onderdelen eenvoudiger mogelijk te maken. Ook hebben ze speciale voertuigen – zoals een mobiele kraan, een brandweerwagen of een ambulance – toegevoegd aan de verordening.

Pools milieuminister Paulina Hennig-Kloska beschouwt de verordening voor afgedankte voertuigen als een doorbraak voor Europa. “De verordening vermindert afval en beperkt onze afhankelijkheid van kritieke grondstoffen uit het buitenland. Met het standpunt van de Milieuraad zal deze wetgeving niet alleen het concurrentievermogen versterken, maar ook de bureaucratie tot een minimum beperken.” Om de bureaucratische lasten te verminderen, zijn de milieuministers overeengekomen dat de circulariteitsstrategie per voertuigcategorie moet worden vastgesteld, in plaats van per model.

Kritiek

De diverse afval- en milieuorganisaties in Europa zijn teleurgesteld in het afgezwakte percentage plasticrecyclaat in nieuwe auto’s. Fead geeft wel aan van harte te steunen dat de Milieuraad pre-consumer- en biobased plastics niet meetelt voor de doelstellingen voor gerecycled materiaal, maar waarschuwt ook dat het verdunnen van de minimumdoelstelling voor gerecycled materiaal en tijdschema’s het vermogen ondermijnen om daadwerkelijke circulariteit in de automobielsector te realiseren. Het verlagen van het percentage verplicht plasticrecyclaat en een vertraagde implementatie hiervan kan de prikkel om te investeren in hoogwaardige recycling van plastic uit autowrakken aanzienlijk verzwakken, vreest de brancheorganisatie voor private afvalbedrijven. Volgens Fead is het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie niet alleen haalbaar, maar ook essentieel om investeringen in de sector te stimuleren.

Ook het Europese milieubureau EEB is teleurgesteld dat de milieuministers “hebben toegegeven aan de druk van de auto-industrie door in te stemmen met het afzwakken van cruciale regelgeving om de sector meer circulair te maken.” Fynn Hauschke van EEB: "Lidstaten blijven de olifant in de kamer ontwijken: de steeds toenemende omvang en het toenemende aantal auto's op de weg vergroten het materiaalgebruik en de ecologische voetafdruk van de automobielsector. Zonder dit aan te pakken en autofabrikanten vanaf het begin te verplichten duurzame en repareerbare voertuigen te bouwen, zal de verordening de sector niet op een groener pad brengen."

Volgens directeur Barbara Metz van de Duitse milieuorganisatie Duh heeft de auto-industrie juist strengere regels nodig om circulair te worden. Ze wijst hierbij naar de boete die de Commissie eerder dit jaar aan de auto-industrie heeft opgelegd voor het maken van kartelafspraken rond het gebruik van recyclaat. “Echte producentenverantwoordelijkheid vereist dat alle producenten zonder uitzondering verplicht worden zich aan te sluiten bij een producentenverantwoordelijkheidsorganisatie die voldoende hoge tarieven hanteert om hoogwaardige terugwinning van kritieke grondstoffen en andere waardevolle materialen mogelijk te maken. Deze tarieven moeten zodanig worden gemoduleerd dat producenten met bijzonder milieuonvriendelijke voertuigen aanzienlijk hogere tarieven moeten betalen", aldus Metz.

Erkenning innovatie

Ook Plastics Europe geeft aan dat de minimale doelstelling van 25 procent plasticrecyclaat realistisch en haalbaar is en pleit daarbij voor de expliciete opname van biobased plastics. Dit laatste kan zorgen voor een erkenning van het groeiende belang van deze duurzame materiaalinnovatie in Europa. Eerder gaf de brancheorganisatie aan dat de inhoud van de verordening een precedent schept voor de verpakkingssector en andere sectoren, doordat de EU ermee het belang erkent van verplichte streefcijfers voor de verplichte toepassing van recyclaat als aanjager van circulariteit. 

Zodra het Europees Parlement zijn positie over de verordening heeft bepaald, kunnen de onderhandelingen tussen de Raad en het Parlement van start gaan.