In reactie op de overheidsplannen voor een kredietregeling voor onder andere plasticrecyclers, roept Healix-oprichter Marcel Alberts in een hartstochtelijke LinkedIn-post de overheid op niet langer meer te wachten en nu actie te ondernemen.
Minister Sophie Hermans van Klimaat en Groene Groei en staatssecretaris Chris Jansen van Infrastructuur en Waterstaat lieten vorige week in een brief aan de Tweede Kamer weten dat er wordt gewerkt aan een overbruggingskredietregeling voor (noodlijdende) bedrijven, waaronder plasticrecyclingbedrijven. Maar volgens Alberts is dat niet genoeg. “Zonder snelle en gerichte steun gaan de komende maanden opnieuw bedrijven ten onder – bedrijven die jarenlang hebben geïnvesteerd, voorop liepen in circulariteit en nu hulpeloos toekijken hoe hun werk verdampt.” Healix heeft de problemen aan de lijve ondervonden. Als reactie op de aanhoudende moeilijke omstandigheden in de Europese plasticrecyclingsector zette het bedrijf een aantal maanden zijn productie stop.
De overbruggingskredietregeling is een extra lening die voor een periode van een paar jaar wordt verstrekt. Dat is volgens Alberts niet wat recyclers nodig hebben. “Veel recyclers zijn tot hun nek gefinancierd. Nog een lening erbij wordt geen reddingsboei, maar een molensteen.” Alberts schrijft dat ondernemers met subsidie van de overheid over de streep zijn getrokken om te investeren in circulaire recyclingcapaciteit. Daarbij is volgens hem vaak geld uit eigen zak en van vrienden, familie en investeerders aangetrokken. “In vertrouwen dat de overheid de randvoorwaarden zou scheppen voor een eerlijke markt. Maar die voorwaarden zijn vooralsnog uitgebleven.”
Alberts wijst vervolgens op de bekende concurrentie van Europese plasticrecyclers. “De markt wordt overspoeld met goedkoop, vaak ook nog als recyclaat gemaskeerd virgin plastic uit Azië.” En Europese importregels ontbreken, er is nog geen CO2-correctie op virgin plastic en een verplichte bijmenging van recyclaat komt pas over jaren, somt hij op. “Het resultaat? Inmiddels is naar verluidt 25 procent van de recyclingcapaciteit in Nederland verdwenen en is er ± 75 miljoen euro aan subsidiegeld in rook opgegaan door faillissementen.”
“Als er nu niets gebeurt, verdwijnt de kopgroep van de circulaire economie. Dan gaan niet alleen bedrijven failliet, maar ook de geloofwaardigheid van het Nederlandse circulaire beleid”, waarschuwt Alberts. Zijn “dringend” advies is dan ook: “Geef deze sector ademruimte. Niet over een jaar. Nu.” Daarbij denkt hij aan tijdelijke instrumenten, zoals een overbruggingsfonds, een importheffing op niet-EU recyclaat en een eerlijke CO2-prijs voor virgin plastic. “En vooral ook geen uitstel meer van de Nationale Circulaire Plastic Norm. Want zonder actie is de hele transitie straks terug bij af.”
Het is afwachten in hoeverre het kabinet de oproep ter harte neemt. In december vorig jaar erkende staatssecretaris Jansen dat de huidige situatie van de plasticrecyclingbedrijven “reden tot zorg” is en het ministerie van Klimaat en Groene Groei zou contact hebben gehad met een aantal plasticrecyclers om mogelijkheden voor ondersteuning te bekijken. Maar Jansen benadrukte dat de mogelijkheden voor de overheid om individuele bedrijven te helpen na het betreden van de markt, beperkt zijn. Wel heeft de overheid ruimte te helpen in de onderzoeks- en ontwikkelingsfases, met regelingen als DEI+ en Veki. Ook Hermans ging in maart dit jaar in haar antwoorden op Kamervragen niet diep in op de oorzaken van de faillissementen van plasticrecyclers. Het kabinet zag wel een aantal hoofdoorzaken, zoals de concurrentie van recyclaat met goedkoop, nieuw (virgin) plastic. Maar haar antwoord klonk wat oppervlakkig vergeleken met de zorgen die leven bij de Tweede Kamerleden. Die vinden dat nu actie nodig is voor de circulaire plasticketen.