Evoa blijft verladers ergeren

Dat stelt verladersorganisatie Evo in een top tien van Europese handelsbarrières. De lijst werd donderdag overhandigd door adjunct-directeur van Evo, Joost Sitskoorn, aan Hans van Baalen, lijststrekker van de VVD voor het Europees Parlement.

De Evoa heeft traditioneel een hoge notering in de ergernissentop. Dit jaar staat de Europese regelgeving voor het grensoverschrijdend vervoer van afvalstoffen op de derde plaats. "Bedrijven die in verschillende landen afval vervoeren, inzamelen en verhandelen, krijgen in de praktijk te maken met een regelbrij door verschillen in de interpretatie, uitvoering en toezicht op nationaal, deelstaat- of provinciaal niveau. Er moet één Europese toezichthouder voor grensoverschrijdend afvalvervoer komen", aldus Evo.

Andere ergernissen in de top tien zijn onder meer een protectionistische wegvervoermarkt, wildgroei aan exportcontroles waarbij de regels "bijna dagelijks veranderd worden" en een woud aan vergunningen voor bijzonder vervoer. Centraal in de handelsbarrières staat een gebrek aan uniformiteit binnen de EU. "Lidstaten vullen details van Europese wet- en regelgeving nog steeds grotendeels zelf in, wat tot een aanzienlijke hoeveelheid regels leidt die per land verschillen. Ook ontbreekt het voor veel wet- en regelgeving in de Unie aan één loket, waardoor bedrijven bij veel verschillende instanties hun zaken moeten regelen." Volgens Evo bewijst dit dat er van één Europese markt nog lang geen sprake is.