Een aantal voorname voormalig tegenstanders van een innameplicht voor verkopers van flesjes en blikjes voelen anno 2025 wel voor zo'n verplichting.
Sinds een paar maanden lijkt het bedrijfsleven om: een innameplicht - met bijvoorbeeld uitzonderingen voor kleine winkels – kan het Nederlandse statiegeldsysteem versterken. Een kwestie van voortschrijdend inzicht, tekent de NOS op uit de mond van Cees-Jan Adema, directeur van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI). En ook het CBL, de koepelorganisatie van supermarkten, is inmiddels voorstander "om daarmee de druk op de supermarktsector te verlichten". En Verpact pleit er nu voor. “Als er niets gebeurt, dan wordt het erg lastig om het innamepercentage te halen."
Die omslag bij het bedrijfsleven is ook doorgedrongen op de burelen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), waar ambtenaren op dit moment werken aan de evaluatie van de huidige statiegeldregeling. “Het ministerie is zich ervan bewust dat er veel aandacht is voor een eventuele innameplicht voor verkooppunten. Daarom nemen wij dit aspect ook nadrukkelijk mee in de evaluatie”, meldt het ministerie. IenW-staatssecretaris Chris Jansen noemde de invoering van een innameverplichting overigens afgelopen zomer ook al een optie om de inzameling van flesjes en blikjes te verbeteren. De verwachting is dat de resultaten uit die evaluatie dit voorjaar naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
Eerder wist het bedrijfsleven een innameplicht voor flesjes en blikjes juist nog uit de statiegeldwet te houden. Om inzicht te krijgen in hoe het daar in slaagde, vroeg de NOS vorig jaar februari via een Woo-verzoek stukken op over de statiegeldlobby. Daaruit blijkt dat met name voorstanders schriftelijk reageerden op een ontwerp wetsvoorstel. Hoe de tegenstanders de beleidsmakers overtuigden af te zien van een inzameplicht, wordt uit de documenten niet duidelijk. IenW laat in een reactie weten dat bij de totstandkoming van de wet niet alleen wordt gekeken naar de inbreng van belanghebbenden, maar ook naar de politieke meerderheid. Die was er toentertijd niet.
Het Woo-verzoek roept de vraag op of er niet meer transparantie moet komen over hoe besluiten tot standkomen. Hoogleraar openbaar bestuur en maatschappelijke democratie aan de Universiteit Leiden Caelesta Braun pleit bij de NOS voor “een situatie met proactieve openbaarmaking van hoe besluiten tot stand zijn gekomen.”