Staatssecretaris Heijnen vroeg deze week in Brussel om Europese maatregelen voor het verduurzamen van de chemie. Het zijn precies die maatregelen waar recyclingbedrijven al tijden om smeken: markstimulatie en eenheid van regels.
De chemische industrie gebruikt nog vooral fossiele grondstoffen. Dat moet snel veranderen wil deze industrietak in 2050 circulair en klimaatneutraal te produceren. Dat betekent dat als grondstof niet meer olie of gas wordt gebruikt, maar plasticafval, suikerbieten, gas uit vergaste afvalstromen of houtsnippers. Wil de industrie die overstap maken, dan kan dat alleen als er in Europa eenheid van beleid is. Zou Nederland dat alleen doen, dan concurreert ze zich uit de markt. Staatssecretaris Vivianne Heijnen overhandigde dinsdag 16 april in Brussel een statement aan Eurocommissaris Wopke Hoekstra voor meer Europese regels voor de omslag van fossiele naar duurzame grondstoffen in de chemische industrie.
Het lijkt er op dat de chemie een succesvollere lobby voert voor markteenheid en -stimulatie dan de recyclingsector. Afval- en recyclingbedrijven vragen immers ook al geruimte tijd om meer Europees ingrijpen. Zeker de sectoren textiel en plastic hebben het bijzonder zwaar en roepen steeds harder om maatregelen. Waardevolle initiatieven voor de circulaire economie zijn omgevallen of staan op het punt dat te doen, wat zeker een terugslag voor de transitie zal betekenen. Toch heeft Heijnen een vergelijkbaar statement over de recyclingsector niet aangeboden. Op de vraag waarom niet laat haar woordvoerder weten dat het creëren van een markt voor op duurzame koolstof gebaseerde producten ook de recyclingsector kan helpen, door het stimuleren van het gebruik van (mechanisch) recyclaat in productregelgeving. Op dit moment wordt verkend welke mogelijkheden er zijn om de recyclingsector te ondersteunen.
Terug naar het statement voor de chemie. Een overkoepelend Europees beleidskader is van essentieel belang om het concurrentievermogen van de Europese chemische industrie op de lange termijn veilig te stellen en de afhankelijkheid van (fossiele) grondstoffen uit het buitenland te verminderen. “Het gaat om een EU-beleidspakket dat zich richt op marktcreatie, duurzame koolstofbeschikbaarheid en instrumenten om de concurrentiekracht van de chemische industrie te versterken. In de eerste plaats is marktcreatie essentieel om de vraag naar en het aanbod van duurzame koolstofproducten te stimuleren. Effectieve prikkels die rekening houden met alle drie de duurzame koolstofbronnen – gerecyclede materialen, duurzame biomassa en CO2 – kunnen deze markt aandrijven”, zei Heijnen tegen Hoekstra. Ze stelt bijvoorbeeld voor om geleidelijk toenemende en ambitieuze doelstellingen in te stellen voor het gebruik van duurzame koolstof, evenals productregulering en ecodesign. “Naast marktcreatie moet er zorgvuldige aandacht worden besteed aan de beschikbaarheid van duurzame koolstof om bedrijven te helpen bij de overstap naar deze bronnen. Om de beschikbaarheid te maximaliseren, roepen de lidstaten op tot een duurzame strategie voor de beschikbaarheid van koolstof, in lijn met de Kaderrichtlijn afvalstoffen (Kra) en de bio-economiestrategie van de EU.”
“Door dit Europees aan te pakken staan we sterker en slaan we twee vliegen in één klap, op het gebied van circulariteit en CO2-uitstoot. Daarom pleiten we vandaag, samen met Frankrijk, Tsjechië en Ierland voor Europese regels die het gebruik van duurzame koolstofbronnen in de chemische industrie effectief stimuleren”, ligt Heijnen haar statement toe dat ze samen met deze andere landen aanbood aan Hoekstra. Duitsland, de lidstaat met de grootste chemische industrie, heeft het statement niet ondertekend. Er lopen nog gesprekken met verschillende landen, zo laat het ministerie weten, dus het zou kunnen dat deze nog later toetreden.
“De chemische industrie beschikt al over de kennis en het innovatieve vermogen om afval en hernieuwbare materialen te verwerken tot de grondstoffen en tussenproducten die we nu en in de toekomst nodig hebben. Tegelijkertijd kan de sector circulariteit bevorderen en de ecologische voetafdruk verkleinen. Als zodanig is de chemische industrie een cruciale speler bij het verminderen van niet-duurzame en ongewenste afhankelijkheden en het opbouwen van circulaire praktijken om toekomstbestendige verdiencapaciteit voor de EU te creëren”, zo hield ze Hoekstra voor. “Maar de chemische industrie staat voor een aantal uitdagingen. Hoge energie- en grondstofprijzen hebben de Europese chemische sector minder concurrerend gemaakt op de wereldmarkt. Dit leidt tot verplaatsing van activiteiten naar landen buiten de EU. Als deze trend zich voortzet, zullen de chemische waardeketens worden beïnvloed, met gevolgen voor de gehele economie van de EU. Mogelijk moeten we zelfs chemische producten gaan importeren. Producten die niet aan dezelfde milieu- en veiligheidsnormen voldoen als EU-producten”, aldus Heijnen.