Nu uit onderzoek is gebleken dat het instellen van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor schoenen een positieve impact heeft op het milieu, voegt demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen schoenen toe aan de UPV Textiel.
In een Kamerbrief over circulair textiel schrijft Heijnen dat ze schoenen onder de bestaande UPV Textiel gaat brengen. Dit voorjaar nam de Tweede Kamer een motie van D66-Kamerleden Kiki Hagen en Alexander Hammelburg aan die de regering opriep hier zo snel als mogelijk voor te kiezen als uit onderzoek is gebleken dat dit een positieve milieu-impact heeft. Dat onderzoek van adviesbureaus Rebel en Tauw is er inmiddels en de auteurs raden de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan om uitgebreide producentenverantwoordelijk (UPV) in te voeren voor schoenen.
Voor de huidige UPV Textiel zijn doelstellingen opgesteld voor hergebruik en recycling. Bij het toevoegen van schoenen moeten er ook specifieke doelstellingen worden vastgelegd voor schoenen. Heijnen liet Rebel onderzoeken hoe die doelstellingen eruit moeten gaan zien.
Het bureau noemt dat in 2026 30 procent van de schoenen op de markt voorbereid wordt voor hergebruik en gerecycled, waarbij minimaal 5 procent op de markt wordt gerecycled, waarvan minimaal een vijfde (oftewel 1 procent) schoen-tot-schoen recycling betreft. Minimaal 3 procent van de schoenen op de markt wordt voorbereid voor hergebruik in Nederland. In 2030 zouden al die percentages om en nabij moeten verdubbelen.
Heijnen gaat over de voorgestelde percentages in overleg met de sector om uiteindelijk tot ambitieuze doelstellingen voor schoenen onder de UPV Textiel te komen. De regels zouden per 1 januari 2026 kunnen worden ingevoerd. Vermoedelijk worden dan ook wijzigingen in de Europese Kaderrichtlijn afvalstoffen (Kra) van kracht, waarin een verplichte Europese UPV voor textiel én schoenen wordt geïntroduceerd. In die zin blijft Nederland in de pas lopen met wat er in Brussel wordt besloten over uitgebreide producentenverantwoordelijk in relatie tot schoenen.
Heijnen neemt ook andere aanbevelingen van Rebel en Tauw over. Om de milieuimpact van schoenen te verkleinen adviseerden zij de staatssecretaris allereerst om aan de voorkant producteisen te stellen op Europees niveau, in aansluiting bij de Ecodesign voor duurzame producten kaderverordening (ESPR). Momenteel is de Europese Commissie de ecodesign-eisen voor textiel en schoenen aan het voorbereiden. Heijnen belooft in overleg te treden met belanghebbende partijen over ambitieuze ontwerpeisen en zal deze in Brussel bepleiten. Ook zal ze in de onderhandelingen over ESPR pleiten voor een verbod op het vernietigen van onverkocht textiel en schoeisel.
Daarnaast neemt Heijnen de aanbeveling over om reparatie en levensduurverlenging van schoenen te stimuleren. Schoenreparaties zijn momenteel al relatief toegankelijk: er zijn voldoende schoenmakers beschikbaar die redelijke prijzen hanteren. Ook is er veel bereidheid bij burgers om schoenen te repareren, vindt ze. Via de ‘Gedragsstrategie burgers en circulaire economie’ wil ze de komende jaren zorgen dat circulair gedrag makkelijker, logischer en eerlijk wordt. Daarbij zal zeker ook inzetten op reparatie.
Jaarlijks komen er 70 miljoen paar schoenen op de Nederlandse markt. Ongeveer 20-30 procent van deze schoenen wordt niet verkocht, waarvan 1 tot 2 procent klachtparen (imperfecte schoenen) en onparen (schoenen die geen paar meer zijn) zijn. Naar schatting wordt 10 procent van alle nieuw geproduceerde schoenen vernietigd door verbranding of recycling. Na gebruik belandt ongeveer 25 procent in de textielbak en 75 procent in het restafval. De schoenen uit de textielbak worden gesorteerd. Het overgrote deel van de gesorteerde schoenen wordt geëxporteerd naar buiten de EU, waar het of wordt hergebruikt of alsnog wordt gestort. Het overige deel van de schoenen wordt met het restafval verbrand. De productie- en distributie-impact van de ongeveer 54 kiloton schoenen die jaarlijks op de Nederlandse markt worden gebracht is ongeveer 0,6 Mton CO2.
In de Kamerbrief gaat Heijen ook nog op in de afgesloten Denim Deal, overige ontwikkeling rondom de UPV Textiel, gesprekken over de omgang met inzamelfaciliteiten voor textiel in de buitenruimte, en keurmerken in de kledingindustrie.