Categorie: Politiek en beleid | Gepubliceerd: 05 april 2022

'Geen nieuwe, maar duidelijkere afvaldefinitie nodig'

Volgens staatssecretaris Heijnen is er voor de circulaire economie niet zozeer een nieuwe definitie van het begrip 'afval' nodig, maar een verduidelijking van de huidige definitie.

De definitie van 'afval' is op Europees niveau vastgelegd in de EU-Kaderrichtlijn afvalstoffen. In 2023 wordt deze richtlijn herzien en Nederland vraagt de Europese Commissie daarbij het begrip te verduidelijken. Dat antwoordt staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat op Kamervragen van Kiki Hagen (D66)

Heijnen geeft verder aan dat er geen formeel besluit nodig is om van een materiaal een afvalstof te maken of een product. Een materiaal is namelijk aan de hand van de definitie een afvalstof of niet. Als een bedrijf vindt dat een stof geen afvalstof is, is het aan het bedrijf om dat zelf aan te tonen. "Dit sluit aan bij de eigen verantwoordelijkheid van een producent die een product in de handel wil brengen", aldus de staatssecretaris. Ze benadrukt verder dat de bevoegdheid om te beslissen over de bewijsvoering bij de omgevingsdiensten ligt, en niet bij de rijksoverheid. Omdat de status per toepassing verschilt, kunnen materialen niet bij voorbaat van de afvalstoffendefinitie worden uitgezonderd.

Taskforce Herijking Afvalstoffen

Volgens Heijnen wordt er niet alleen in Europa maar ook binnen Nederland hard gewerkt om de afvaldefinitie te verduidelijken en tegelijkertijd experimenteerruimte te geven aan de circulaire economie, naar aanleiding van verkenningen in het kader van de Taskforce Herijking Afvalstoffen. "Zo worden meer ministeriële regelingen en handreikingen opgesteld om duidelijkheid te geven over de afvalwet- en regelgeving en de toepassing van de afvaldefinitie. Ook wordt ingezet op acties om experimenten voor de circulaire economie sneller van de grond te laten komen, zoals een mogelijke experimenteerbepaling en het verspreiden van kennis over experimenteerruimte", schrijft de staatssecretaris. Verder komt er mogelijk een overlegruimte voor omgevingsdiensten, waar lastige zaken met betrekking tot de beoordeling of een materiaal een afvalstof is of niet kunnen worden besproken. Hier zouden omgevingsdiensten op vrijwillige basis de (afval)status van een specifiek materiaal kunnen bespreken en desgewenst elkaars adviezen overnemen. Dat voorkomt dat de ene omgevingsdienst een materiaal anders behandelt dan de andere dienst. Heijnen belooft dat de Kamer "binnenkort" een brief krijgt over de uitkomsten van de al afgeronde acties.

Einde-afvalstatus

De overheid werkt momenteel aan een einde-afvalstatus voor cellulose en struviet. Het ministerie wil meer en actiever ministeriële regelingen en handreiking gaan opstellen om voor meer materialen zo'n einde-afvalstatus te regelen. Dit kost echter veel zorgvuldigheid en daarmee ook tijd, meldt Heijnen. Daarom is het opstarten van een volgend traject nu nog niet aan de orde. Welk materiaal er ter zijner tijd geschikt is voor een volgend traject, is dan ook nog niet bekend. Wel kunnen de Kamerleden ook hierover binnenkort een brief verwachten.

Black Bear Carbon

Hagen stelde haar vragen naar aanleiding van de situatie van Black Bear Carbon. Dit bedrijf wint zwarte koolstof en olie terug uit versleten banden. De overheid beschouwt deze producten echter als afval, terwijl Black Bear Carbon deze zelf ziet als grondstoffen waar nieuwe autobanden en andere producten van gemaakt kunnen worden.